Sneeuw, ijs, baardmannen, sneeuw, kerken, reeën en nog meer sneeuw in het Groningerland,
Link ophalen
Facebook
Twitter
Pinterest
E-mail
Andere apps
-
Dat het een prachtige ochtend zou worden had ik een dag eerder al in de smiezen en daarom had ik op tijd de wekker gezet. De vorst was net een paar uur het land uit en na de regen waren er brede opklaringen binnen geschoven. Ik had geen plan en ging maar een beetje mijn neus achterna. Zonder tijdsdruk, zonder verwachtingen, hoofd leeg, helemaal Zen. Meestal hét recept voor een geweldige dag.
De zon kwam op in de buurt van Nieuw Buinen. Even van de grote weg af om een foto te maken. Ik kwam erachter dat de vorst nog steeds niet helemaal het land uitwas maar zich in de grond had verstopt. Spekglad waren de binnenwegen. Er is hier nog maar weinig sneeuw te bekennen.
Aan de andere kant van de provinciegrens wordt het beeld opeens anders. Ik rij een witte wereld binnen en in plaatsjes als Alteveer zie ik nog hele hopen sneeuw langs de kant. Gaandeweg is er een eerste doel in mijn hoofd ontstaan en niet geheel toevallig kom ik in Beerta uit.
Via een totaal verijst weggetje kom ik bij de heilige graal van weerminnend Nederland uit. Het meetstation Nieuw Beerta. In een soort van poollandschap werden hier de afgelopen week de ijskoude metingen doorgegeven aan de naar sneeuw hunkerende westerlingen.
Als ik weg wil rijden, krijgen de winterbanden eerst geen grip op de verijsde weg, waar een dun laagje water als smeermiddel bovenop ligt. Een straal gas achteruit zet de boel gelukkig in beweging en opgelucht verlaat ik de Hamer en Sikkellaan.
Niet alleen de naam van de weg doet me denken aan vervlogen tijden waar het communisme in deze streek hoogtij vierde. Ook.de kapitale boerderijen doen bij mij beelden van onderdrukking en uitbuiting opkomen. De boeren kregen voor niets grond erbij als hier weer een stuk land op de zee was heroverd. Als je in oude boeken leest hoe deze herenboeren met hun macht omgingen begrijp je direct, hoe het communisme juist hier zo massaal werd omarmt door het 'gewone' volk.
Binnendijken scheiden de polders. Naast de dijkdoorgang staat een hokje waarin vroeger houten balken werden bewaard. Deze balken werden in geval van dreigende stormvloeden in de doorgang geplaatst. De wegen worden hier bar en boos en in de verste verte is er niemand meer te zien.
Bij Nieuw Statenzijl heb ik een volgende halte bereikt. Het kunstwerk dat dient als windwijzer, wijst in de richting van een vogelkijkhut, gelegen in het buitendijkse rietland van de Dollard.
Prachtige duiven bevolken de sluis.
Van ver hoor ik het typerend 'getik' van vele baardmannetjes
Baardmannetjes zijn niet alleen twee gesjeesde, bejaarde bebaarde vogelaars die in een busje Nederland doorkruisen. Nee, het is de naam van een prachtig vogeltje dat in de winter bovenin rietpluimen zijn voedsel vindt.
Ze zijn super behendig op de dunne, door hun gewicht diep doorbuigende rietstengels.
Hier zie je pas goed hoe behendig ze zijn.
Onder het genot van een kopje koffie en een broodje, zie ik vanuit de kijkhut, dat de Dollard voor een groot gedeelte nog vol ligt met ijs.
Drie weken geleden heeft het hier flink geijzeld en dat heeft zo hier daar zijn sporen achtergelaten
Een buizerd zien is niet zo moeilijk in het Groningerland, ze mooi op de foto krijgen is een ander verhaal.
De grote zilverreiger heeft nu ook eens een perfecte schutkleur.
Eenzaam, maar niet alleen.
Alleen op de wereld. Let ook eens op de hopen sneeuw die hier aan de kant geschoven zijn.
Torenvalk
Vanuit hier werkten wellicht tientallen mensen in de klei
Hazen zijn zeer taaie dieren die zonder hol of winterslaap het koude weer trotseren.
Punt van Reide. Aan de andere kant van de Dollard zie je de windmolens van Duitsland.
Hier ligt nog een stuk kwelder.
IJs, water en klei.
Termunten
Bij de haven van Delfzijl. Meeuwen, wilde eenden en bergeenden.
Zo dicht bij huis moest ik natuurlijk even bij Pa en Moeke langs om even bij te tanken met een kop koffie. Ze hebben een mooi geel bloemetje in de tuin staan. De winteraconiet.
'Toorntje van Spiek'
Bij Eenum kijken twee reeën mij nieuwsgierig aan.
Pas even later zie ik dat er een reebokje in de slootwal staat. Wat camouflagekleuren doen!
Er komen fietsers aan en ze besluiten daarom er maar vandoor te gaan.
Nabij Ekenstein.
Het koude weer heeft ook zijn keerzijde. Deze aalscholver heeft het niet gered.
Zonsondergang bij Schildmeer. Tijd om helemaal tevreden en met een waarvolle herinnering naar huis te gaan.
Eind 2013 was ik ook in deze omgeving, toen was er van winterweer totaal geen sprake:
In de laatste week van april 2017 was het nu niet bepaald vakantieweer. Bijna iedere nacht dook de temperatuur onder nul en 's middags stortte menig hagel en sneeuwbui zich uit over onze hoofden. Tussen de buien door scheen heerlijk de zon en met een warme muts, twee jassen en bijgestelde verwachtingen, was het in Bad Bentheim prima vol te houden. Er was genoeg te ontdekken want, behalve de eeuwenoude bomen, zijn hier ook in grote aantallen bosplanten te zien die in Nederland maar weinig voorkomen. Het oerbos van Bad Bentheim wordt doorsneden door meanderende bosbeekjes. Op de oevers zijn vele sporen van wilde zwijnen, edelherten en reeën te zien. In dit bos mogen al heel lang dode bomen gewoon blijven staan. Het is een prachtig gezicht waarin oud zich mooi aftekend tegen het fris groene van de jonge bomen. Langs een pad is het net wat lichter en ontdek ik het maarts viooltje, die het het ook in april nog prima doet. Is de naam violet afgeleid van dit vioolt
De maand september 2016 begint op weergebied steeds meer bijzonder geworden. Ook vandaag tikte de thermometer in Drenthe weer bijna de tropische waarde van dertig graden Celsius aan. Dit heeft direct zijn weerslag op de natuur. De vinders en libellen vliegen nog volop. Ik had geluk en maakte precies een foto op het moment dat de heidelibel ging zitten. Nou ja, geluk. Ik was al minutenlang bezig om van alle kanten dit vrouwtje van de bruinrode heidelibel te bekijken en vast te leggen. Ze kwam na korte vluchten telkens weer terug naar haar favoriete tak. Met tegenlicht zie je mooie de aders in de vleugels . Op de grond zie ik een poepje van een das. Vol met pitten van de Amerikaanse vogelkers, Normaal graaft de das een mestputje waar hij keurig zijn behoefte in doet, maar soms kom je ze ook zo tegen. De das is een echte opportunist en eet wat hem voor de snuit komt. De bessen van de Amerikaanse vogelkers zijn niet alleen bij de das gewild. Er zitten verschillen
Het meest bijzondere weerverschijnsel is wat mij betreft absoluut een windhoos. Dit is dan helemaal te danken aan het feit dat op 14 juli 1975 een windhoos pal over ons huis trok. Ik was toen zeven jaar. Het was die dag, zoals zo vaak bij zware windhozen het geval is, broeierig warm. In het begin van de avond kwam er volgens mijn moeder opeens een heel rare geelgroene lucht uit het westen opzetten en de wolken gingen op een zeer vreemde manier door elkaar bewegen. Wat ik mij nog herinner is zeer veel lawaai en met het hele gezin in het halletje tussen twee muren in schuilen voor al het vensterglas wat door allerlei dakpannen van de buren kapot knalde. Mijn vader ging even kijken in onze (vrij grote boerderij-achtige) schuur en zei dat het hele dak tientallen centimeters op en neer ging. Na afloop naar buiten gegaan en door het dorp heen gelopen. Het was een enorme ravage met enorm veel afgewaaide dakpannen. Complete boerderijschuren gingen tegen de vlakte Naar la
Weer mooie fotoos. De eenzaamheid is voelbaar.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig!
BeantwoordenVerwijderenJa, inderdaad, schitterend. Niet alleen de baardmannen, maar ook de reeën en de reebok met een enggesteld gewei. Groet'n, Highmoorhero.
BeantwoordenVerwijderen